Dierenhulpverlening voor minima
In Nederland leven ongeveer 33,4 miljoen huisdieren. De huisdierbezitters in Nederland geven in totaal 2 miljard per jaar uit aan de verzorging en voeding van hun huisdier. In Nederland leven ook veel huisdieren bij eigenaren die het financieel niet altijd even ruim hebben. Er zijn naar schatting meer dan 250.000 minima huishoudens met dieren. Voor deze mensen kunnen de jaarlijkse kosten voor met name voer en medische hulp een enorme zorg zijn.
Positieve effecten van huisdieren
Het hebben van een huisdier heeft positieve effecten op de mentale en fysieke gezondheid van de eigenaar. De band tussen mens en dier kan enorm sterk zijn. Voor sommige mensen is een huisdier als een kind en helpt een huisdier mensen door te gaan in het leven. Dieren geven gezelschap en kunnen helpen bij het leggen van sociale contacten. Deze hechte band tussen mens en dier is een reden dat afscheid doen van een dier voor veel mensen geen optie is, ook al hebben zij het financieel krap. Er zijn zelfs mensen die daarom een (nieuw) huisdier aanschaffen, ondanks een financieel moeilijke situatie.
Onderzoek: huisdieren en dierenhulpverlening bij minima
Het LICG heeft eind 2017 onderzoek laten doen naar de in Nederland aanwezige dierenhulpverleningsfaciliteiten, zoals dierenvoedselbanken en minimadierenartsen. Daarnaast zijn er enquêtes afgenomen onder 274 minima. Hen zijn vragen gesteld over de bekendheid met dierenhulpverlening, het gebruik hiervan, dierverzekeringen en of zij ooit vanwege financiële redenen afstand hebben moeten doen van hun huisdier. De meest gehouden huisdieren in dit onderzoek waren de kat (30%) en vissen (26%), gevolgd door honden (21%).
Huisdieren bij minima
Het merendeel van de deelnemers aan het LICG onderzoek was al in het bezit van een huisdier op het moment dat ze in een financieel moeilijke situatie terecht kwamen. Daarnaast gaf 25% van de respondenten aan dat zij een dier hebben aangeschaft terwijl zij in een financieel moeilijke situatie zaten.
Een huisdier is voor deze mensen vaak veel meer dan ‘alleen een dier’. De respondenten omschrijven hun huisdieren vaak als een kind of als steun. Uit de enquête bleek dat het huisdier soms een reden is om voor te leven. Er kwam bijvoorbeeld naar voren dat wanneer respondenten kampen met een depressie of een andere psychische aandoening, zoals PTSS en autisme, hun huisdier de reden is om uit bed te komen of naar buiten te gaan.
Een grote groep van 103 respondenten (38%) is alleenstaand. Niet alleen alleenstaanden hebben gezelschap opgegeven als reden voor het aanschaffen van een huisdier. 208 respondenten (77%) hebben als reden ‘gezelschap’ voor de aanschaf van een huisdier. 184 respondenten (68%) geven aan dieren leuk te vinden en 142 respondenten (42%) geven aan iets te willen hebben om voor te zorgen. 52 respondenten (19% ) geven aan een andere reden te hebben voor de aanschaf van een huisdieren. De meest voorkomende reden die hier gegeven is, is dat het dier voor de respondent moet zorgen. Het gaat hierbij om hulphonden. Ook sport en bewaking worden als redenen genoemd om een huisdier aan te schaffen.
Dierenvoedselbanken en minimadierenartsen
Dierenvoedselbanken delen voeding voor huisdieren uit aan huisdiereigenaren die dit zelf niet kunnen betalen. Minimadierenartsen zijn dierenartsen waar mensen in een financieel moeilijke situatie tegen een gereduceerd tarief hun dieren kunnen laten behandelen. Dierenhulpverleningsfaciliteiten zoals speciale dierenvoedselbanken bestaan nog niet erg lang en nog steeds komen er nieuwe initiatieven bij. Deze verschillende organisaties kennen vaak ook verschillende regelingen. Het is afhankelijk van de organisatie aan welke voorwaarden een eigenaar moet voldoen om gebruik te kunnen maken van een bepaalde regeling.
Veel organisaties zijn niet professioneel georganiseerd, of zij profileren zich niet duidelijk. Dit uit zich in onder andere onduidelijke en/of incomplete websites. Dit zorgt er voor dat zij soms lastig te vinden zijn op internet. Uit het onderzoek van het LICG komt naar voren dat, hoewel meer dan de helft van de benaderde minima bekend is met het termen als dierenvoedselbank en minima dierenarts, slechts een veel kleiner deel van deze mensen er ook daadwerkelijk gebruik van maakt. Dit blijkt met name te komen door onbekendheid met de organisaties.
Voor de dierenartsen met speciale regelingen voor minima geldt veel onbekendheid. Op de websites van “gewone” dierenartsen is vaak weinig te vinden over eventuele mogelijkheden, zoals gereduceerde tarieven of afbetalingsmogelijkheden. De dierenartsen die zich duidelijk profileren als minimadierenarts, zijn lang niet altijd bekend bij de minima of zitten te ver weg. Een deel van de minima gaat bovendien helemaal niet naar de dierenarts met hun dieren. Daarnaast willen mensen niet altijd weg bij hun vertrouwde dierenarts, ook al is die misschien duurder. Tot slot geven mensen aan dat een speciale minimadierenarts soms nog steeds te duur is.
Als het om dierenvoedselbanken gaat, geldt ook weer dat veel minima de weg naar deze organisaties niet kunnen vinden, doordat deze onbekend zijn. Daarnaast is er niet altijd een dierenvoedselbank in de buurt of komt men er niet voor in aanmerking. Ook zijn er mensen die geen gebruik kunnen maken van de dierenvoedselbank, omdat hun dier speciaal voer nodig heeft, dat niet aangeboden wordt. Het voer bij dierenvoedselbanken wordt gedoneerd door particulieren of bedrijven en het aanbod kan daardoor steeds verschillen.
Verzekering
Bij het aanschaffen van een huisdier moet ook nagedacht worden over de eventuele medische kosten die hier bij komen kijken. Uit eerder onderzoek van de Universiteit Utrecht bleek dat meer dan 60% van de respondenten hun huisdieren soms niet de nodige veterinaire zorg heeft geboden omdat er een gebrek was aan financiële middelen. Uit dat onderzoek bleek ook dat er onder de respondenten een grote behoefte is aan instellingen waar ze naartoe kunnen voor hulp bij zorg voor hun huisdier.
Juist voor onverwachtse (hoge) dierenartskosten bestaat de mogelijkheid om een huisdier te verzekeren. Van de door het LICG ondervraagde minima heeft echter slechts 9% een zorgverzekering voor hun huisdier. Zo’n zorgverzekering blijkt vaak te duur te zijn voor de doelgroep. Ook kunnen niet alle dieren verzekerd worden.
Afstand doen
De hoge en vaak onverwachte kosten kunnen voor mensen in een financieel moeilijke situatie een reden zijn om afstand te doen van hun huisdier. In het LICG onderzoek geeft 9% van de respondenten aan wel eens afstand gedaan te hebben van een huisdier. Van deze mensen zat 60% op het moment van afstaan in een financieel moeilijke situatie, wat in de meeste gevallen ook de reden was om afstand te moeten doen.
Situatie 2022
Afgaand op het aantal mails met hulpvragen dat bij het LICG binnenkomt lijkt het aantal mensen dat moeite heeft om de kosten voor hun huisdier te betalen, te groeien. Stijgende dierenartskosten en voerkosten maken dat meer mensen in de problemen komen. Daarbij komt dat overstappen naar een wellicht goedkopere dierenarts niet altijd kan, omdat vanwege een tekort aan dierenartsen verschillende dierenartspraktijken een patiëntenstop hebben. Het niet kunnen betalen van goed voer, verzorging en medische zorg gaat ten koste van het welzijn van huisdieren, maar ook van het welzijn van hun eigenaars. Voor deze mensen is hun dier vaak erg belangrijk voor hun geestelijke en lichamelijke gezondheid. Het gevoel niet goed voor hun dier te kunnen zorgen is voor hen een grote emotionele belasting.
Om de mogelijkheden tot hulp voor minima beter bekend te maken, heeft het LICG een artikel op de algemene website staan met tips en adressen.